Trimvesten
Het trimvest staat ook bekend onder de namen trim jacket, stab jacket, wing, vest, BCD en is een essentieel stuk duikuitrusting dat zorgt dat je eenvoudig je duikfles(sen) mee kunt dragen onderwater. Ook zorgt het trimvest voor een positief drijfvermogen aan de oppervlakte en een neutraal drijfvermogen op elke diepte.
Om een onderscheid te maken in trimvesten kunnen we gebruik maken van vier categorieën die voornamelijk van elkaar verschillen door het aantal en de verdeling van de luchtkamers. En ook de bandenstelsels verschillen van elkaar.
1. Doorlopend trimvest
Het doorlopend trimvest komt nu bijna niet meer voor. Het geeft vooral veel drijfvermogen aan de oppervlakte maar het is moeilijker om dit vest aan en uit te trekken.
Een oud doorlopend trimvest
2. Front-adjustable trimvest
Nu zijn bijna alle vesten front-adjustable. Dit wil zeggen dat de pasvorm verstelbaar is en het makkelijk is om deze vesten aan en uit te trekken. Voorbeelden van een front-adjustable trimvest zijn de Seac Sub Equator en de Seac Sub Nick.
De Seac Sub Equator en de Seac Sub Nick
3. Front adjustable semi-wing
De front-adjustable semi-wing is een variant van het front-adjustable vest maar dan met een extra luchtkamer waardoor er meer horizontaal drijfvermogen mogelijk is. Een voorbeeld van een front adjustable semi-wing is de Scubapro X-Black.
De Scubapro X-Black
4. Wing
Een wing heeft alleen een luchtkamer op de rug. Dit zorgt ervoor dat de duiker horizontaal in het water ligt. Aan de voorkant van een wing zit alleen een bandenstel dat zorgt voor meer bewegingsvrijheid. Vroeger gebruikten voornamelijk technische duikers een wing om met dubbele flessen te duiken maar steeds meer sportduik-varianten van de wing zijn intussen verkrijgbaar. Voorbeelden van een wing zijn de Apeks Black Ice en de Seac Icaro Tech.
De Apeks Black Ice en de Seac Icaro Tech
Los van deze soorten trimvesten en wings zijn dit de eigenschappen van een trimvest en de punten waar je op wil letten bij de aanschaf van een trimvest:
- Inflator
Door middel van de inflator pomp je lucht je vest in. Dit zorgt voor meer drijfvermogen. De inflator is verbonden aan het trimvest door middel van een ribbelslang (de vouwslang).
De inflator
- Deflators
Door middel van de deflators pomp je de lucht weer uit je vest zodat je minder drijfvermogen krijgt. Je kunt elk vest ontluchten via de deflator die bij de inflator zit, maar er zitten aan de meeste vesten ook één of meer snelontluchters waarbij een grotere hoeveelheid lucht in één keer uit het vest verwijderd worden. Snelontluchters zitten meestal op de schouder en/of op de rug aan de onderkant. Die laatste zijn vooral handig om tijdens de duik makkelijk te ontluchten. Vesten kunnen ook nog een trekontluchting hebben die via een staalkabel door een vouwslang snel kunnen ontluchten.
Een snelontluchter. Je trekt aan het koordje (links) waardoor een ventiel open gaat en er lucht uit het trimvest geblazen wordt (rechts)
- Een gecombineerd systeem
Er zijn systemen, zoals de Mares Hub, waarbij de inflator en deflator in één systeem zijn geïntegreerd waarbij er geen vouwslang nodig is. Dit is een voordeel omdat er tijdens de duik niet gezocht hoeft te worden naar de inflatorslang omdat dit dan op een vast punt op het vest te vinden is. Een nadeel hiervan is dat veel buddy’s dit systeem niet kennen en dus ook niet weten hoe hiermee om te gaan in het geval van een noodsituatie. Dit systeem vereist daarom een extra uitleg tijdens de buddycheck.
- Lood
Lood hoeft tegenwoordig niet meer aan een loodgordel gedragen worden, het kan ook in de meeste trimvesten gestopt worden. Het lood kan op die manier beter verdeeld worden over het lichaam en dit voelt voor veel duikers prettiger. Wel moet kritisch naar de geïntegreerde loodsystemen gekeken worden omdat het risico groter is dat het lood ongewenst uit het vest valt met alle risico’s van dien. Bij het SWS systeem van Seac en Surelock systeem van Aqualung is dat niet mogelijk. Deze 2 systemen zijn volledig getest en zeer comfortabel en veilig. Tegenwoordig hebben veel vesten hier wel goede oplossingen voor waardoor het lood wel goed vast zit, maar toch nog steeds goed afwerpbaar is in geval van nood.
Het SWS systeem van Seac en Surelock systeem van Aqualung
- Pasvorm
Ook bij een trimvest is de pasvorm belangrijk. Als het namelijk te klein is kan een negatief drijfvermogen ontstaan. Als het te groot zit wordt het instabiel en kan het de duiker uit balans brengen. Hou er bij het passen ook rekening mee dat het bij zowel een droogpak als een natpak goed zit, mocht je van plan zijn (in de toekomst) met beide typen pakken te gaan duiken. De Seac Sub Pro 2000 HD is een voorbeeld van een trimvest met een speciaal systeem voor een betere pasvorm.
De Seac Sub Pro 2000 HD
- Stofsterkte of materiaaldikte van de BCD
Stofsterkte wil zeggen hoeveel stiksels er in een vierkante centimeter van het trimvest zitten. Hoe meer stiksels, hoe sterker het vest. De stofsterkte wordt uitgedrukt in denier of cordura.
Bij trimvesten is de stofsterkte meestal tussen de 420 tot 1200 denier. Hoe hoger de stofsterkte hoe slijtvaster het trimvest is, maar ook hoe zwaarder. Als je veel op duikreizen gaat is een lichter trimvest dus handiger. Er is nu sowieso een trend om meer lichtgewicht trimvesten op de markt te brengen. Als je veel wrakduiken maakt is een slijtvast trimvest, dus met een hoge stofsterkte dus weer handig. De Seac Sub Pro 1000 is een voorbeeld van een trimvest met hoge stofsterkte (1000 denier) die toch lichtgewicht is (3,7 kilo). Een echt reisjacket is de Aqua Lung Zuma met een gewicht van slechts 2 kilo.
De Seac Sub Pro 1000 en de Aqua Lung Zuma
Bekijk hier ons aanbod van trimvesten.
Bekijk hier de maattabellen voor de trimvesten.